Hoogte: tot 27 m. Lange, stijf oplopende takken, smalle piramidale kroon. Ruwe, afschilferende schors, vooral bij oude bomen. Blad: relatief klein, breed eirond en donkergroen. In het voorjaar loopt het laat uit en in de herfst verkleurt het geel en blijft lang aan de boom. Op eigen wortel gekweekt is hij minder vatbaar voor iepen ziekte.
Specifieke | kenmerken |
---|---|
Blad kleur: | Donker Groen |
Bloem kleur: | Geen Bloem |
Vruchten: | Matig Tot 3Cm |
Hoogte: | (8 - 20 meter) |
Vorm: | Hoogstam |
Wintergroen: | Nee |